U bent hier
Staking openbare diensten bewijst noodzaak kerntakendebat

In een land met veruit het hoogste overheidsbeslag van Europa wil de minister van Ambtenarenzaken Petra De Sutter nog meer geld in de openbare diensten stoppen. Het is een evergreen in dit land: de eeuwige roep om extra mensen en middelen. Maar daar ligt niet zozeer het probleem. België spendeert een vrij hoog deel van haar bruto nationaal product aan overheidsdiensten. Geld is niet het probleem. En mensen eigenlijk ook niet. Problematisch is dat geen enkel land in Europa zo veel uitgeeft voor zo weinig kwaliteit. De minister mag in tv-studio’s de ambtenaar gouden bergen beloven, maar beseft zelf al langer dat we aan onze uitgavenlimieten zitten.
“De noodkreet van het overheidspersoneel is niet helemaal onterecht. Het klopt dat het personeelsbestand is afgeslankt en dat dit een grote druk zet op heel wat overheidsdiensten. We behandelen de ambtenaar echter maar met respect door de inefficiëntie op te lossen met de juiste politieke beslissingen. Daar wringt al langer het schoentje. De Vivaldi-regering blinkt uit in het vooruit schoppen van de blikjes politieke keuzes”, aldus Sigrid Goethals.
Eindelijk eens focussen op kerntaken
“Wanneer zal onze overheid eindelijk eens focussen op haar kerntaken, en die effectief en efficiënt uitvoeren”, vraagt Sigrid. Een grondige kerntakenoefening is niet langer een luxe maar noodzakelijk. De vrijgekomen middelen moeten worden verschoven naar de echte kerntaken. Net als het personeel.
Vijf na twaalf
Het is vijf na twaalf. Deze regering moet werk maken van echte hervormingen, die efficiënter en goedkoper werken mogelijk maken. De overheid moet kwaliteitsvolle prestaties leveren voor burgers en ondernemingen, een performante dienstverlenging met de hoogst mogelijke kwaliteit en de beste prijs. De federale overheid moet een moderne klant- en resultaatgedreven organisatie zijn, die meebouwt aan een project ten dienste van de samenleving en de economie. “Een slanke fitte federale overheid die kerntaken optimaal uitvoert, daar hebben we recht op”, besluit Sigrid Goethals.